Meten is weten

Oogmeting

Hoe weet je of je slecht ziet?

Je weet niet altijd dat je slecht ziet. De verklaring is, dat je went aan het beeld dat je waarneemt. Ook komt dit doordat je je verminderde gezichtsvermogen op andere manieren compenseert. Toch is het niet moeilijk om te ontdekken of je optimaal ziet. Als je op 25 meter afstand moeite hebt om een autokenteken te lezen, ben je misschien bijziend. Soms merk je dat je verziend bent omdat je vaak tranende ogen hebt, als gevolg van de extra inspanning die je ogen moeten leveren om scherp te zien. Je bent misschien verziend als je een boek of krant op steeds grotere afstand moet houden om de letters goed te kunnen blijven lezen. Een oogmeting kan in beide gevallen duidelijkheid bieden.

Wat komt er bij een oogmeting kijken?

Een oogmeting neemt ongeveer 7 tot 20 minuten in beslag. Een oogmeting bestaat meestal uit de volgende onderdelen:

• - De objectieve meting
  Met een autorefractor, een apparaat dat door infrarode straling je ogen bekijkt, wordt de globale sterkte en de oogafwijking van je ogen gemeten. Je kijkt door een apparaat waarin een afbeelding is geprojecteerd. Het beeld wordt scherper en vervolgens weer onscherp. De sterkten uit deze apparatuur zijn niet altijd even betrouwbaar, onder meer als gevolg van optische onregelmatigheden in het oog. Daarom is het verstandig om de uitkomst van deze meting "subjectief" te controleren.

• - De subjectieve meting 
  Bij een subjectieve oogmeting worden niet alleen de optische waarden van het oog gemeten, ook kom je meer te weten over je waarneming: hoe verwerkt je brein de getoonde beelden? Dit is belangrijk omdat het kijkproces zich vooral afspeelt in de hersenen. De subjectieve meting bestaat uit:
  
  - Een veraf meting: deze bepaalt of je ver- of bijziend bent. Dat gaat door middel van een zogeheten sferische meting, waarbij je door verschillende glazen naar een projector met letters kijkt.
  
  - Bepalen van de cilindersterkte: je kijkt naar bolletjes in een cirkel of naar een stralenkrans, waarbij zwarte strepen in een cirkel staan. Je moet aangeven of ze allemaal even dik en scherp zijn. Vervolgens worden de sferische en cilindrische sterkte tegelijk gemeten.
  
  - Test met computer kijken en krant lezen: Via een leeskaartje of een computerscherm bekijkt de opticien of je iets kunt lezen. Ook hierbij wordt met glaasjes gewerkt.
  
  - Een dichtbij meting: als lezen moeilijk voor je is, voert de opticien een dichtbij meting uit. Hierbij houdt hij een leeskaartje voor. Je geeft dan aan vanaf welke afstand je de tekst het best kunt lezen.

Oogarts

Als er met de oogmeting afwijkingen gevonden worden die nader bekeken moeten worden, dan krijg je een verwijsbrief voor je huisarts. De huisarts zorgt dan voor een eventuele verwijzing naar de oogarts. Alleen bij dringende gevallen zul je direct doorverwezen worden. Laat daarom je ogen meten door iemand die kennis van zaken heeft, zodat ook eventuele oogafwijkingen gesignaleerd worden.